Desinfecteren met Zuur en Alkaline water

Groentendompelen van voedsel in zuur water (pH 4)

Het dompelen van voedsel in zuur water (pH 4) of basisch water (pH 10) kan sommige mycotoxines verminderen, maar het werkt niet perfect. Laten we kijken naar beide methoden:
Dompelen in zuur water (pH 4) lijkt effectief tegen sommige mycotoxines.
Citroenzuur en azijn kunnen bepaalde mycotoxines, zoals aflatoxinen en fumonisinen, gedeeltelijk afbreken.
Onderzoek toont aan dat 5-10% azijnoplossing (pH 3-4) aflatoxinen in granen met 30-50% kan verminderen.
Werkt beter op oppervlakkige besmetting, maar mycotoxines zitten vaak diep in het voedsel.
Niet effectief tegen DON (deoxynivalenol) en ZEN (zearalenon).
Toepassing: Dompel granen, noten of fruit 10-15 minuten in een oplossing met citroenzuur of azijn en spoel daarna goed af.
Of ga voor het zure water van een Wateralkalizer

Groenten dompelen in basisch water (pH 10)

Dompelen in basisch water (pH 10) is effectief tegen DON en ZEN
Alkalische oplossingen (zoals natriumbicarbonaat of kalkwater) kunnen DON en ZEN afbreken.
Oplossing van pH 9-10 kan tot 60-80% DON verminderen in tarweproducten.
Werkt niet goed tegen aflatoxinen en ochratoxine A.
Te lang weken kan de smaak en textuur van voedsel veranderen.
Toepassing : Gebruik een 0,5-1% natriumbicarbonaatoplossing en dompel het voedsel 10 minuten onder.
Of ga voor het basisch water van een Wateralkalizer

Welke methode is beter?

Voor aflatoxinen en fumonisinen → Zuur water (pH 4)
Voor DON en ZEN → Basisch water (pH 10)

Wil je een betere dekking?
Gebruik zuur en alkaline water van een Wateralkalizer na elkaar.
Eerst 10 minuten in zuur water, daarna 10 minuten in basisch water.
Belangrijk: Dit kan mycotoxines gevoelig verlagen, maar niet volledig verwijderen.
Als voedsel sterk besmet is, gooi het dan weg!
Het zure en basisch water van een wateralkalizer is daarvoor ideaal !

Schadelijke schimmels in voeding en drinkwater

Mycotoxinen worden geproduceerd door schimmels als Aspergillus, Fusarium en Penicillium.
Stijgende temperaturen en veranderende regenpatronen vergroten Europa's kwetsbaarheid voor schadelijke schimmels.

Schimmels gedijen goed bij hogere temperaturen en vochtige omstandigheden, waardoor ze zich door klimaatverandering in Europa beter kunnen verspreiden.
Giftige mycotoxines, zoals aflatoxine B1, DON (deoxynivalenol), fumonisine en zearalenon (ZEN) kunnen het zenuwstelsel beschadigen en hormoonfuncties verstoren. Bovendien zijn ze kankerverwekkend.

Uit metingen van het Europese onderzoeksproject HBM4EU - Human biomonitoring for Europe - blijkt dat ongeveer 14% van de volwassenen in Europa op dit moment blootstaat aan zorgwekkende niveaus van DON.
Vooral Polen, Luxemburg, Frankrijk en Portugal laten hoge meetwaarden zien.
In Duitsland en IJsland bleef de blootstelling voorlopig onder de risicogrens.

Voedsel blijft de belangrijkste bron van mycotoxine-besmetting.
Die verspreidt zich met name via granen zoals tarwe, mais en gerst.
Maar giftige schimmelstoffen kunnen ook via landbouwafval en afvalwater in rivieren en drinkwater terechtkomen, waardoor het risico verder toeneemt. Dit probleem kan vervolgens weer verergeren door vaker voorkomende hevige regenval en overstromingen.

De gevolgen van klimaatverandering verschillen per regio in Europa. Zuid-Europese landen zoals Spanje, Italië en de Balkan krijgen bij beperkte temperatuurstijging (+2°C) vooral te maken met hogere concentraties aflatoxinen in mais. Als het echter nog warmer wordt (+5°C), verschuift het risico naar noordelijker gebieden zoals Nederland en Duitsland.

Ook de soorten schimmels veranderen door het klimaat. Zo neemt in Centraal- en Noord-Europa de schimmel Fusarium graminearum toe, wat het risico op DON-besmettingen in granen verhoogt. Daarbij komt dat insecten, die eveneens profiteren van warmer weer, schimmelsporen makkelijker verspreiden naar gezonde planten, waardoor het besmettingsrisico verder stijgt.